Algemene economie
Macro economie is de economie van een groter geheel. Bijvoorbeeld van een Europa of van een land.
Hiernaast zie je verschillende economische factoren die elkaar beïnvloeden. Als het inkomen daalt dan zullen gezinnen, bedrijven en overheden meer gaan besparen of bezuinigen. De productie zal dan ook afnemen want er worden geen producten meer geconsumeerd, dus producten hoeven ook niet meer gemaakt te worden.
Hiernaast zie je de economische kringloop van een land. 1 is de consumptie, gezinnen consumeren bij bedrijven. Er gaat dan dus geldt van de gezinnen naar de bedrijven. 2 zijn de lonen, gezinnen (of een deel van het gezin) werken voor bedrijven, hiervoor krijgen zij betaald, dit is dus een geldstroom van de bedrijven naar de gezinnen. 3 is IB (inkomensbelasting), over loon moet belasting worden betaald. Deze geldstroom gaat van de gezinnen naar de overheid. 4 zijn uitkeringen, er zijn in Nederland mensen die niet kunnen werken (te oud, vanwege ziekte, te weinig banen), deze mensen moeten zichzelf toch kunnen onderhouden en krijgen een uitkering van de overheid. 5 zijn investeringen. De overheid moet soms grote investeringen doen om een land draaiende te houden, hiervoor hebben zij een product of dienst van een bedrijf nodig. 6 is VPB (vennootschapsbelasting), bedrijven in Nederland moeten belasting betalen aan de overheid, dit gaat via deze geldstroom. 7 is export, de Nederlandse bedrijven verkopen producten aan het buitenland, de bedrijven verdienen hier dus geld mee. 8 is de import, bedrijven kopen producten in in het buitenland, dit kost hen geld en er gaat dus geld het land uit.