Logistiek
Logistiek concept
Het ontwerp van de gewenste inrichting van de logistieke functie in een organisatie. Hierin wordt beschreven hoe de goederen-, geld- en gegevensstromen op elkaar worden afgestemd. Het ontwikkelen van het logistiek concept heeft drie functies:
1. De ontwikkeling van een daadwerkelijk integrale visie op de besturing van de goederenstroom
2. Het bieden van een raamwerk voor een gecoördineerd actieplan
3. Het creëren van een sterk logistiek bewustzijn binnen het gehele bedrijf
In het logistieke concept wordt onderscheid gemaakt tussen externe doelstellingen (waarom?) en interne doelstellingen (hoe?).
Het vinden van een evenwicht tussen de realisatie van zowel externe als interne doelstellingen vormt een van de kerntaken van het logistiek management. Daarbij horen vier aandachtsgebieden:
1. Fysieke inrichting – fysieke kenmerken van faciliteiten die direct van invloed zijn op bewerken, verplaatsen en opslaan van goederen (grondvorm).
2. Beheersing – wijze waarop primaire processen worden aangestuurd en bewaakt (besturing).
3. Informatievoorziening – logistieke beheersing is niet mogelijk zonder een informatiesysteem.
4. Personele organisatie – zaken rondom het realiseren van een effectieve coördinatie tussen logistiek en andere functies in een organisatie.
Het ontwerp van de gewenste inrichting van de logistieke functie in een organisatie. Hierin wordt beschreven hoe de goederen-, geld- en gegevensstromen op elkaar worden afgestemd. Het ontwikkelen van het logistiek concept heeft drie functies:
1. De ontwikkeling van een daadwerkelijk integrale visie op de besturing van de goederenstroom
2. Het bieden van een raamwerk voor een gecoördineerd actieplan
3. Het creëren van een sterk logistiek bewustzijn binnen het gehele bedrijf
In het logistieke concept wordt onderscheid gemaakt tussen externe doelstellingen (waarom?) en interne doelstellingen (hoe?).
Het vinden van een evenwicht tussen de realisatie van zowel externe als interne doelstellingen vormt een van de kerntaken van het logistiek management. Daarbij horen vier aandachtsgebieden:
1. Fysieke inrichting – fysieke kenmerken van faciliteiten die direct van invloed zijn op bewerken, verplaatsen en opslaan van goederen (grondvorm).
2. Beheersing – wijze waarop primaire processen worden aangestuurd en bewaakt (besturing).
3. Informatievoorziening – logistieke beheersing is niet mogelijk zonder een informatiesysteem.
4. Personele organisatie – zaken rondom het realiseren van een effectieve coördinatie tussen logistiek en andere functies in een organisatie.
Het doel van logistiek is om de doorlooptijd te verkorten, de leveringsbetrouwbaarheid te verbeteren, de flexibiliteit te verhogen en de integrale kosten te verlagen!
Daarbij beïnvloedt de leveringsbetrouwbaarheid de tevredenheid van de klant het meest direct
Logistieke grondvorm – het KOOP
KOOP = het Klant Order Ontkoppel Punt
Dit is het punt dat aangeeft hoever (stroomopwaarts in een bedrijfskolom) een klantenorder doordringt in het productie- of distributieproces van de aanbieder van een product of dienst. Er zijn vijf klantorderontkoppelpunten:
Bestelmethoden
Voor het beheersen van voorraden zijn er enige bestelmethoden ontwikkeld. Bij de meeste bestellingen zijn de kosten aanzienlijk. Tegen deze achtergrond zal er een optimale bestelgrootte moeten worden bepaald. De belangrijkste aspecten die men hierbij onderscheidt, zijn het bestelmoment en de bestelgrootte:
Voor het beheersen van voorraden zijn er enige bestelmethoden ontwikkeld. Bij de meeste bestellingen zijn de kosten aanzienlijk. Tegen deze achtergrond zal er een optimale bestelgrootte moeten worden bepaald. De belangrijkste aspecten die men hierbij onderscheidt, zijn het bestelmoment en de bestelgrootte:
Omzet- en winstbijdrage
Succes van inspanningen afmeten aan omzetgegevens. Vaak blijkt dat er grote verschillen kunnen bestaan in de vraag- en omzetsnelheid per product: de bekende 80/20-regel = Pareto-analyse.
De ABC-analyse is gebaseerd op de Pareto-analyse:
A categorie – kleine groep belangrijke items, bijvoorbeeld producten
B categorie – tussengroep
C categorie – grote groep items, bijvoorbeeld producten,in eerste instantie niet belangrijk
Uitgangspunt Pareto/ABC:
- Sommige zaken zijn belangrijker dan andere
- Onderscheid tussen zaken die veel en andere die weinig invloed op de resultaten hebben
- Een algemeen toepasbaar hulpmiddel – een techniek die kan worden toegepast op zeer veel grootheden in zeer uiteenlopende situaties
Door aandacht te besteden aan een klein aantal belangrijke factoren, kunnen met beperkte moeite grote verbeteringen worden gerealiseerd
Succes van inspanningen afmeten aan omzetgegevens. Vaak blijkt dat er grote verschillen kunnen bestaan in de vraag- en omzetsnelheid per product: de bekende 80/20-regel = Pareto-analyse.
De ABC-analyse is gebaseerd op de Pareto-analyse:
A categorie – kleine groep belangrijke items, bijvoorbeeld producten
B categorie – tussengroep
C categorie – grote groep items, bijvoorbeeld producten,in eerste instantie niet belangrijk
Uitgangspunt Pareto/ABC:
- Sommige zaken zijn belangrijker dan andere
- Onderscheid tussen zaken die veel en andere die weinig invloed op de resultaten hebben
- Een algemeen toepasbaar hulpmiddel – een techniek die kan worden toegepast op zeer veel grootheden in zeer uiteenlopende situaties
Door aandacht te besteden aan een klein aantal belangrijke factoren, kunnen met beperkte moeite grote verbeteringen worden gerealiseerd
Cradle-to-cradle = van wieg tot wieg de keten beheersen. Het gaat over het doorbreken van de neerwaartse spiraal die duidt op de afnemende kwaliteit van grondstoffen en producten waarin deze grondstoffen uiteindelijk niet meer bruikbaar zijn en het einde van hun levenscyclus bereiken. Cradle-to-cradle heeft als doel de kwaliteit van grondstoffen en producten te behouden.